Alzheimer

Dit is Wieke. Wieke was mijn beppe. Zij had Alzheimer. Ik heb dat nooit tegen veel mensen verteld en bij ons thuis werd er weinig over de ziekte gesproken. Niet omdat we het niet belangrijk vonden. Integendeel.

Ik herinner mijn beppe als een hele lieve, warme vrouw. Ze was altijd blij om ons te zien. We werden dan verwend met chips, chocola en ijs, alles door elkaar. Zoals dat alleen bij beppe’s kan. Ze nam geen blad voor de mond en dat vonden wij grappig. Beppe had altijd DF pepermunt, die noemde ze De Fretters. Vaak zat ze met haar been op een kruk, want ze had altijd last van ‘dy âld poat’.  

Op mijn vijftiende werd ze door mijn vader naar Talma Hûs in Feanwâlden gebracht. Ik heb daar niet veel van meegekregen. Op die leeftijd was ik met hele andere dingen bezig. Wat ik nog wel weet is dat ik die avond ruzie had met mijn zussen over iets onbenulligs. Mijn vader zei dat we moesten stoppen. ,, Ik ha hjoed myn mem nei Talma brocht en dat docht sear’’, zei hij.

Ik ben die uitspraak nooit vergeten. Het raakte me, want bij ons thuis werd er – zoals in zovele huishoudens in deze regio – weinig over emoties gepraat. We gingen dan ook door met ons leven en bezochten vanzelfsprekend regelmatig onze beppe die vanaf haar 76e in Talma woonde.

Langzaamaan ging ze achteruit. Heel langzaam. Op haar 89e overleed ze na problemen met haar hart. ,,Nu is beppe weer gewoon beppe’’, zei mijn neefje. Dat was ook zo. Voor het eerst werd er binnen onze familie weer gesproken over wie ze was, over haar leven, over de mooie vrouw die hierboven op de foto staat. Niet over die vreselijke ziekte Alzheimer.

In september van dit jaar stuurde mijn vader een berichtje naar de familie-app ‘Indrukwekkend verhaal over Alzheimer’. Hij deelde de link over de campagne ‘Ik ben Wil’ waarmee Wil Vogt Alzheimer een gezicht gaf. De eerstvolgende keer dat ik mijn ouders bezocht spraken we erover. Over Alzheimer, over mijn ene beppe, maar ook over mijn andere beppe die anderhalf jaar later ook naar Talma Hûs moest verhuizen. Ook zij had een vorm van dementie.

Mijn moeder vertelde hoe erg ze het vond dat ze haar mem naar Talma Hûs moest brengen. ,,Doe't wy har hûs útstapten draaide beppe har noch ien kear om en sei: Dus, dit wie it dan.’’ Ik besefte opeens hoe moeilijk het voor mijn ouders moet zijn geweest dat ze twintig jaar lang van Damwâld naar Feanwâlden zijn gefietst om hun moeder te bezoeken in het verpleeghuis. Toch was het fijn om er met ze over te praten. De oude foto’s kwamen op tafel en ook de verhalen over vroeger.
Na het indrukwekkende interview met Titus Vogt dat ik vorige week hield over zijn moeder die Alzheimer had, wilde ik hem persoonlijk bedanken voor de gesprekken die hij alleen al in mijn familie op gang heeft gebracht dankzij de campagne ‘Ik ben Wil’. Maar opeens schoot ik vol. Eerlijk gezegd had ik niet in de gaten hoeveel impact de ziekte van mijn beppes ook op mij als kleindochter heeft gehad.

Achteraf hadden we er misschien meer over moeten praten. Daarom vind ik het ook zo geweldig dat de gesprekken over Alzheimer en dementie dankzij Wil weer op gang zijn gebracht. Zelfs in Noordoost-Friesland waar mensen het moeilijk vinden om hun gevoelens te uiten. Dát heeft Wil teweeggebracht.
De vrouw op deze foto is Wieke, toen ze nog in de bloei van haar leven was, nog geen idee van Alzheimer had. Wieke was mijn beppe. En ik ben er trots op dat zij mijn beppe is geweest.

Klasina van der Werf

Bron: De Westereender van december 2020
 

17 december 2020