Rode zakdoek

‘Lit my mar even’, zei Corrie Terpstra nadat het beruchte stikstofkaartje werd gepubliceerd, zo vertelde ze mij tijdens het interview voor deze krant. Ze voelde zich murw geslagen. Ik herkende haar gevoel. Ruim zeven jaar geleden lag ik lamgeslagen op de bank toen ik te horen gekregen dat ik ontslagen was. Waren al die jaren dat ik me met hart en ziel had ingezet voor de Dockumer Courant voor niks geweest? Zo voelde het wel.

‘Ha wy ús hiele libben hjir foar wrotten?’, vroeg Corrie zich af. Onze beroepen zijn misschien niet vergelijkbaar, maar het gevoel dat je zomaar aan de kant wordt gezet is denk ik voor veel mensen die ooit – om wat voor reden dan ook – ontslagen zijn herkenbaar. Ik weet nog dat onze kinderen, die toen 1 en 3 jaar oud waren maar al te goed in de gaten hadden dat mem verdrietig was toen ik daar op de bank lag. Ze brachten me koekjes en maakten een mooie tekening.

Op zo’n moment denk je, wat kan die klotebaan mij ook schelen. Er zijn veel belangrijkere dingen in de wereld. Toch denk ik dat het bij boeren anders is. Hun werk is hun leven, zo werd me ook duidelijk tijdens het gesprek met de boeren voor deze krant. Wat me vaker opvalt is dat er soms keuzes worden gemaakt door (interim)managers, of in dit geval door een kabinet, met drastische persoonlijke gevolgen. En daar wordt vaak veel te gemakkelijk aan voorbij gegaan. Die managers en ministers zijn na een paar jaar weer verdwenen, maar dan is het kwaad al geschied.

Daarom ben ik blij dat wij destijds als redactieraad hebben voorkomen dat álle journalisten van de lokale kranten werden ontslagen. Doordat in de OR mensen zaten die écht naar ons luisterden mocht een bepaald percentage blijven. Wel kregen we in de tijd dat ik ontslagen werd zwijgplicht opgelegd. Des te belangrijker vind ik het nu dat  boeren uit Noordoost-Friesland een podium krijgen in onze krant om hun verhaal te vertellen. Het was niet hun eigen initiatief, maar ze waarderen het dat wij aan hen dachten.

‘Miskien moatte wy mear fan ús hearre litte’, zei Hans bescheiden. Het ligt duidelijk niet in hun aard om op de barricaden te klimmen. ‘Mar as se langer trochgean dan doch ik dat wol’, voegde Corrie eraan toe. Ondertussen zie ik in deze regio wel steeds meer mensen die de vlag op de kop hebben hangen als steun voor de boeren. Of ze betuigen hun steun met een rode zakdoek. Zelf vind ik het een goed middel om een gesprek met mensen aan te knopen over de klap die boeren keer op keer te verwerken hebben.

Zo was ik vorige week nog bij iemand die een rode zakdoek aan de muur in zijn overkapping had hangen. Is dat vanwege het boerenprotest, vroeg ik. ,,Nee’’, zei de man. ,,Dy brûk ik om te snuten.’’

Klasina van der Werf
Bron: De Westereender, september 2022

15 september 2022