Vakwerk

,,Dat doch ik jo net nei’’, zei Teake van der Meer na het lezen van zijn afscheidsinterview dat ik voor hem had gemaakt. ,,Ieder syn fak’’, antwoordde ik. Daarmee doelde ik op zijn talent om typetjes te spelen, waar we het tijdens het interview uitgebreid over hadden gehad. Zelf was hij misschien nog wel het meest verbaasd dat hij dat kon.

En zo ontmoet ik voor mijn werk heel veel mensen met een eigen talent. Ik vind het prachtig als mensen vol passie over hun vak of hobby praten, wat het ook is. Tijdens onze verhuizing van Ee naar Dokkum leerde ik ook weer diverse vakmensen kennen: timmermannen, schilders en stoffeerders. Ik heb alleen maar meer respect gekregen voor het werk dat zij doen.

Er is alleen één probleem dat ik al van meerdere mensen uit de bouwsector heb gehoord: het is moeilijk om goed personeel te vinden. Doordat veel jongeren liever een ander, minder zwaar en beter betaald beroep kiezen zal het probleem in de toekomst alleen nog maar groter worden. Wij vonden het ook al lastig om een goede klusser te vinden, maar gelukkig was Taeke uit Ee bereid om ons te helpen.

Meerdere keren hebben mijn man en ik tegen elkaar gezegd: wat zijn wij blij met Taeke. Hij toverde onze berging om tot een prachtige slaapkamer voor onze dochter. Vervolgens kwamen er ook behangplakkers en stoffeerders over de vloer die eveneens vakwerk verrichtten. De stoffeerders vertelden dat ze het razend druk hebben omdat er ook in hun branche weinig nieuwe aanwas is. Ze zaten er zelfs aan te denken om een eigen opleiding te beginnen.

Ik vond het een geweldig idee, want daar begint het toch allemaal mee? Dat ‘oude rotten’ de jongeren enthousiast maken voor een ambacht. Wat is het dan eigenlijk jammer dat er op basisscholen zo weinig aandacht is voor handenarbeid. Tijdens het thuisonderwijs waar we nu weer mee te maken hebben zijn er twee vakken belangrijk: taal en rekenen. Dat zijn ook de enige vakken waar scholen op afgerekend worden.

Zonde voor al die kinderen die zo handig zijn met de handen. De toekomstige Taekes die we straks zo hard nodig hebben, krijgen op deze manier niet de waardering die ze verdienen. Aan onze eigen ‘Taeke’ vroeg ik of hij eigenlijk wel een website heeft. ,,Nee, ik ha it al fierstente drok’’, lachte hij. ,,Lêst wie der wol sa’n dame fan de Gouden Gids dy’t frege oft ik in lytse advertinsje woe keapje. Ik frege har hoe djoer in advertinsje wie dy’t twa kear sa lyts is.’’
‘Maar meneer, dan kan toch niemand het lezen?’, zei de mevrouw verbaasd, waarop Taeke antwoordde: ,,En dát is precies de bedoeling.’’

Klasina van der Werf

Bron: De Westereender, januari 2021
 

20 januari 2021